Ik had nooit verwacht dat Covid-19 dit teweeg zou brengen.

Een gesprek met Katia

Het duurt even voordat onze internetconnectie een vlot gesprek toelaat, maar eens in orde vertelt Katia als een spraakwaterval haar verhaal. ‘Ik ben een actief persoon’, zegt ze meteen. ‘Voordat ik het coronavirus kreeg ging ik twee keer per week zwemmen en bijna elke dag wandelen met mijn hond. Aan een stevig tempo.’

Ze herinnert zich nog exact het moment waarop ze ziek werd. Op donderdag 19 maart geniet ze in de namiddag na een periode van hard werken eindelijk even van het mooie weer. De hamsterperiode bij Aldi, waar Katia als filiaalassistente werkt, zorgde voor een drukke tijd. ‘We werkten van 8u tot 20u in een poging om de lege rekken aan te vullen’, vertelt ze, ‘maar die donderdag vloeide plots alle energie uit me weg. Ik was letterlijk op.’

De volgende dag raakt ze amper uit haar bed. ‘Het was voor mijn huisarts wel duidelijk dat ik Covid-19 had. Alle symptomen wezen op griep. Uitzieken dus.’

Het enige dat ik kon doen, was van mijn bed naar de zetel kruipen.

‘Na een week ging het iets beter, maar ik bleef buiten adem en hijgen. Bij de triagepost gaven ze me een antibioticum voor een longontsteking. Aangezien ik geen risicopatiënt was – ik ben 38 en was gezond – werd ik naar huis gestuurd met de boodschap dat ik me de week erna wel beter zou voelen.’

En was dat ook zo?

‘Nee, integendeel. Na een aantal dagen voelde ik me nog slechter. Toen ben ik naar de spoed gegaan. Maar mijn bloedwaarden waren nog net goed genoeg, dus moest ik terug naar huis. De weken erna lag ik letterlijk plat. Het enige dat ik kon doen, was van mijn bed naar de zetel kruipen. En zelfs erna, toen het iets beter ging, bleef ik hoesten en had ik hartkloppingen.’

‘Ja, ik maakte me zorgen, maar een EKG en een bloedtest gaven goede resultaten. Het zal de nasleep van je ziekte zijn, zei mijn arts. En het zal wel beteren volgende week.’

Je onderzoeken wezen niets speciaal uit, maar je bleef wel ziek?

‘Na een week of vijf had ik nog een lichte kuch en was ik vooral snel buiten adem. Begin mei ben ik dan toch maar terug beginnen werken. Na een kleine week was ik doodop. Ik had het gevoel alsof mijn hart uit mijn lijf bonkte, kon amper praten, … Ik ging terug naar de huisarts die me naar een cardioloog stuurde. Het enige dat ze ontdekten, was dat mijn hartslag inderdaad te hoog bleef dus kreeg ik bètablokkers. Ik kreeg de raad om mijn lichaam wat aan te sterken door het te trainen. Dus ging ik wandelen met mijn hond. Het werd alleen maar erger. Halverwege de wandeling was ik kapot. Ik hijgde harder dan de hond.’

Hoe meer moeite ik deed op mijn conditie te verbeteren, hoe minder het lukte.

Het klinkt alsof je in een vicieuze cirkel zat?

‘Precies. Hoe meer moeite ik deed op mijn conditie te verbeteren, hoe minder het lukte. De huisarts heeft toen wel kort op de bal gespeeld en verwees me door naar het ReGo in Hasselt, een dienst voor cardiale revalidatie. Sinds juni doe ik er onder begeleiding aan cardiotraining. Mijn hartmedicatie werd verhoogd, want tijdens de eerste fietstest steeg mijn hartslag meteen naar 170 en bleef het ook veel te lang zo hoog.’

‘In het begin trainde ik drie keer per week, maar na elke training moest ik een dag slapen om een beetje te recupereren. Dus is de frequentie teruggeschroefd naar twee.’

Er klinkt weinig beterschap door in je verhaal.

‘Begin juni ben ik gecrasht. Mijn hoofdpijnen waren vaak ondraaglijk. Die zijn gelukkig nu terug onder controle. Een nieuw onderzoek bij de pneumoloog wees ondertussen uit dat de helft van mijn longblaasjes kapot is. Daar ben ik echt van geschrokken want dat had ik niet verwacht. Hopelijk herstellen ze zich. Vorige week bleek uit mijn fietstest dat ik wel een beetje vooruitgang boek, maar de resultaten zijn zo miniem dat ze bijna verwaarloosbaar zijn.’

‘Mijn reuk- en smaakvermogen ben ik nog altijd grotendeels kwijt. Af en toe ruik ik iets, maar meestal niet. Hopelijk komt dit binnenkort terug, want ik kook en eet graag. Het enige voordeel is dat ik de bemesting hier op de boerenbuiten niet ruik’, lacht ze.

Fysiek is het zwaar, maar weegt het ook mentaal door Katia?

‘Weet je, mijn ouders zijn beiden risicopatiënten. In het begin van de lockdown ging ik voor hen winkelen. Als iemand het moet krijgen, dan best ik, dacht ik. Want ‘het is toch maar een griep’. Nu vraag ik me soms af of ik ook een risicopatiënt ben.’

‘Ik ga ervan uit dat ik mijn kracht en conditie mettertijd wel terug zal opbouwen, maar tegelijkertijd is de realiteit ook heel confronterend. Een hele dag wakker blijven, kan ik niet. En je kan je er niet tegen verzetten. Het enige dat je kan doen, is toegeven aan je lijf.’

‘Het coronavirus zorgde bij mij toch al voor enkele mentale opdoffers. Niemand kan je een perspectief geven. Al kan ik echt rekenen op het begrip van mijn artsen, ook zij tasten in het duister.’

‘Ik plak geen termijn meer op mijn herstel want dat is veel te teleurstellend. Het lijkt alsof je aan een strak gespannen elastiek hangt, en telkens als je probeert om er een beetje rek op te krijgen, word je meteen terug naar achteren getrokken. Het is een lichamelijke en geestelijke strijd die je niet kan winnen, dus probeer ik om het los te laten.’

‘Maar het is moeilijk soms. Dit is niet wie ik ben en ik wil ook niet zo worden. Het is niet mijn nieuwe ik.’

Hoe kijk jij aan tegen alle maatregelen en de manier waarop we ermee omgaan?

‘In mei was er even een moment waarop ik aan mezelf begon te twijfelen. Zit het niet tussen mijn oren? Toen vond ik de Facebookgroep voor langdurig zieke Covid-patiënten. Voor mij een grote geruststelling, want het was de eerste keer dat ik het gevoel kreeg dat ik niet de enige was.’

‘Ik kom nog altijd niet vaak buiten, en als ik het doe dan zorg ik voor voldoende afstand en een mondmasker. Mensen die in een winkel in mijn nek komen hijgen, vind ik beangstigend. En vaak heb ik het gevoel dat er nu twee werelden zijn. Heel die hetze over mondmaskers, al die complottheorieën, de nonchalance bij sommigen, … Vanuit mijn ervaring kan ik alleen maar zeggen dat je van het coronavirus echt heel ziek kan worden, en niet alleen de oudere generatie. Er zijn ook geen antwoorden om de juiste richting naar genezing uit te gaan.’

‘Mijn advies? Gebruik je gezond verstand en wees gewoon wat voorzichtig. Dan kan er volgens mij nog veel.’